What’s in a name – Flik, politieagent, ordehandhaver

By

Onlangs was mijn zoon bezig aan een schooltaak voor het vak Nederlands. Het ging over de connotatie of gevoelswaarde van woorden. Het voorbeeld dat hij aanhaalde: flikken heeft een negatieve bijklank, politieagent is neutraal en ordehandhaver klinkt positief. Toen hij dat vertelde, besefte ik dat ik zelden stilsta bij de herkomst of etymologie van een woord. Ik heb nochtans – lang geleden – een Prisma etymologisch woordenboek als kerstcadeau gekregen. Tijd om het stof van de cover te vegen.

Ik gebruik bijna uitsluitend het woord politieagent, al durf ik dat als trouwe Antwerpenaar weleens verbasteren tot de polies. De flikken rolt alleen uit mijn mond als ik een verkeersboete heb gekregen of wanneer ik thuis mijn beklag doe nadat een agent mij ergens onderweg had berispt voor een bagatel. Ordehandhaver vind ik dan weer veel te heldhaftig klinken. Ik zie dan een flik met een cape voor me, die voorkomt dat chaos en anarchie zich over ons dorp uitstorten.

Maar wat zegt het etymologisch woordenboek? Het zal je wellicht niet verbazen dat ordehandhaver daar niet in staat. Het is tenslotte een samenstelling van orde en handhaver. Niet dat er geen samenstellingen in dat woordenboek staan, maar het moet als naslagwerk uiteraard nog goed in de hand liggen. Even opsplitsen dus. Wat zegt orde? Een eerste lezing doet vermoeden dat een etymologisch woordenboek soms ook een cryptisch woordenboek is. Maar goed: orde komt van het Latijnse ordinem, de accusatief van ordō. Veel wijzer werd ik daar niet van, maar via de Etymologiebank stootte ik op de ‘vijf orden’ van Vitruvius, een Romeins ingenieur, militair en architect met een lange baard. Orde blijkt ook een klassieke bouwwijze te zijn, met het kapiteel als kenmerkend element. Zie je de zuilen, netjes op een rij, al voor je?

We zijn 295 woorden ver en ik heb het enkel gehad over het eerste deel van ordehandhaver. Ik zal er wat snelheid in brengen. Handhaven komt van het Latijnse manū tenēre, beter gekend als het Franse maintenir. Als ik dat vrij vertaal, denk ik spontaan aan “bij het handje houden”, wat een ietwat betuttelende connotatie heeft. In het Middelnederlands van de 14de eeuw betekende hanthaven ‘de hand slaan aan’, wat qua betekenis voor mij dichter in de buurt komt van‘controle uitoefenen’.

Over het volkstalige flikken kan ik etymologisch kort zijn. Het woordenboek verwijst naar “oplappen” en vermeldt het jaar 1637. Maar misschien moet ik het toch eens aan een Gentenaar vragen.

Politieagent splits ik op in politie en agent. Politie komt van het Griekse polīteia. In dat Oudgriekse woord herken je wellicht polis, wat stad betekent. Polītīa (in het Latijn) betekende oorspronkelijk “stadsbestuur, burgerlijke regering, stadszaken”. De uitleg bij agent is nogal summier in het woordenboek, dus raadpleeg ik opnieuw de Etymologiebank. Die verwijst naar het Latijnse agēns (“hij die doet”), afgeleid van agere (“handelen, doen”). Een werkwoord dat wij herkennen in (re)ageren. Voeg die twee samen en je krijgt iets als “iemand die handelt namens stadszaken”, wat ons weer in de richting van de ordehandhaver brengt.

Met andere woorden: mijn zoon is niet de enige die heeft bijgeleerd.

Eén reactie op “What’s in a name – Flik, politieagent, ordehandhaver”

  1. Anneke Visser Avatar

    En ook ik heb weer wat geleerd. 😊

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie