Om het enthousiasme van Suzanne en Otto-Jan voor bergwandelingen op peil te houden, wisselen we de randonnées in het prachtige Chartreuse-gebergte af met avontuur en waterpret. Al de revue gepasseerd: zwemmen en kajakken in het Lac d’Aiguebelette (een van de warmste meren van West-Europa), afzien op een VTT met Otto-Jan, en een uitstapje naar het Espace Ludique op de Col de Marcieu.
Dat laatste is een soort avonturenberg. Je kan er tubing doen, wat zoveel betekent als in rubberen band aan een rotvaart (en spinnend tot je het noorden kwijt bent) van een natgespoten parcours glijden. Verder is er een kleine maar pittige afdaling met een MountainCart of op een Trottinette Tout Terrain, en uiteraard was er ook hier een hoogteparcours: de enige activiteit die ik aan me liet voorbijgaan. Ik heb dat eenmaal in mijn leven gedaan en dat moet volstaan.
Otto-Jan had zijn vuurdoop al in de lente gehad, maar voor vrouw en dochter was het de eerste keer dat ze geharnast de boom in gingen. Annelies begon met goede moed, maar de manier waarop ze zich aan de eerste boom vastklemde, sprak boekdelen. Ergens halverwege boom één en twee keerde ze met knikkende knieën foeterend terug naar start, nageroepen door onze kinderen: “Allez mama, niet opgeven!” Laten we stellen dat haar avontuur kort maar intens was. Drie bomen later sloeg de paniek toe bij onze dochter. De overredingskracht van haar broer mocht niet baten: ‘Hier ga je spijt van krijgen, Suzanne!’ Hij heeft nog veel te leren als mental coach, maar alle begin is moeilijk. Een vriendelijke instructeur kwam haar uit de boom halen.
En Otto-Jan zelf? Die slingerde van boom naar boom, helemaal in zijn element. Geen idee waar dat avontuurlijke kantje vandaan komt, maar het is altijd mooi om verborgen talenten te ontdekken bij je kinderen. Na het blauwe parcours waagde hij zich aan twee rode trajecten, die moeilijker en hoger zijn. Ik denk dat hij een goeie 2 uur tussen de bomen heeft gehangen, maar naar het einde toe was het op. Hij begon te snikken, kon niet meer verder. Daar stond hij dan, op een wiebelende balk, zo’n vijf meter boven onze hoofden. ‘Stapje per stapje, jongen, je bent er bijna!’ Wat kan je anders zeggen? En dat is wat hij gelukkig ook deed, terwijl de tranen van zijn wangen liepen. Wat een sterk staaltje doorzettingsvermogen!
Angst kan verlammend werken. Dat ondervond Otto-Jan letterlijk, daarboven op die balk. Maar hij beet door en onbewust boog hij die angst om in trots en zelfvertrouwen. De laatste zipline was dan ook een ware triomftocht. Je moest hem zien blinken. Zijn versie van de feiten wordt nog met de dag heldhaftiger!
Plaats een reactie